Tanzania & Zanzibar; safari's, savannes en witte stranden
Tanzania & Zanzibar… waar leeuwen brullen in de ochtendnevel, olifanten traag door het hoge gras stappen, en de eindeloze savannes baden in het warme Afrikaanse licht. Waar je urenlang staart naar grazende gnoes in de Serengeti, de imposante krater van Ngorongoro je sprakeloos maakt, en je hart sneller klopt wanneer een luipaard uit de struiken verschijnt.
In de zomer van 2022 trokken we met het gezin naar dit wonderlijke stukje Afrika.
We reisden van het olifantenrijke Tarangire naar de uitgestrekte vlaktes van de Serengeti en de indrukwekkende Ngorongoro-krater. We zagen de Big Five – en nog zoveel meer. Onze reis eindigde op het paradijselijke Zanzibar, waar de stranden zacht en wit zijn, en de zee alle tinten blauw laat zien.
Wat rolstoeltoegankelijkheid betreft, vroegen we ons op voorhand af of zo’n reis wel haalbaar zou zijn. Gelukkig bleek dat, met een goede voorbereiding, zeker het geval, rekening houdend met de beperkingen van Lander. Niet elke lodge of weg is perfect toegankelijk, en de infrastructuur blijft beperkt, maar we vonden overal flexibiliteit en bereidwilligheid om mee te denken.
Tarangire: olifantenkuddes en savanne
Onze safari begon in Tarangire National Park, op enkele uren rijden van Arusha. Het park is minder bekend dan de Serengeti of Ngorongoro, maar bleek meteen een voltreffer. Tarangire is een verborgen parel, beroemd om zijn grote kuddes olifanten, iconische baobabbomen en de levensader van het park: de Tarangire-rivier, die in het droge seizoen talloze dieren aantrekt.
Al bij het binnenrijden van het park werden we ondergedompeld in een typisch Afrikaans landschap: uitgestrekte savannes, stoffige rode wegen, en wilde dieren op elke hoek. Lander kon veilig vanuit het safarivoertuig volop meegenieten van alle dieren.
Wat Tarangire extra bijzonder maakt, is de rust. In tegenstelling tot de drukkere parken, kom je hier minder andere jeeps tegen, wat de ervaring intiemer en authentieker maakt.
We logeerden in het prachtige Maramboi Tented Lodge, gelegen tussen de Tarangire-rivier en het uitgestrekte Manyara-meer. Vanaf het zwembad kijk je uit over de open vlaktes waar zebra’s, gnoes en antilopen ongestoord komen drinken aan de rand van het meer.
Serengeti: eindeloze vlaktes en pure safari-actie
Na twee dagen safari in Tarangire trokken we verder naar wat voor ons het absolute hoogtepunt van de reis werd: Serengeti National Park. De naam ‘Serengeti’ betekent “eindeloze vlaktes” in de taal van de Maasai – en dat is exact wat je ziet: een oneindige horizon, gouden graslanden en een weidsheid die je stil maakt.
De Serengeti is beroemd om haar indrukwekkende migratie van miljoenen gnoes en zebra’s, maar elke dag in dit park zie je de dieren, of je nu midden in die trek zit of niet. Hier gingen we op safari bij het eerste ochtendlicht én bij zonsondergang – magische momenten! In dit park ga je gericht op zoek naar wild, en dat maakt elke rit spannend. We hadden het geluk om de Big Five compleet te maken met het spotten van neushoorns – een zeldzame ontmoeting, zeker omdat deze dieren met uitsterven bedreigd zijn. Maar ook luipaarden, leeuwen, jakhalzen, zebra;s, nijlpaarden en talloze antilopesoorten en andere dieren kruisten ons pad.
Wat Serengeti zo bijzonder maakt, is zijn puurheid en magie. Je waant je in een natuurdocumentaire, maar dan in het echt – met stof in je haren, de geur van aarde en gras, en het besef dat je hier getuige bent van iets uitzonderlijks. Voor Lander was het opnieuw goed te doen vanuit het aangepaste safarivoertuig, al blijven de wegen soms uitdagend en hobbelig. Gelukkig zijn de lodges in en rond het park steeds meer vertrouwd met reizigers met een beperking.
In het hart van de Serengeti verbleven we in de prachtige Kubu Kubu Tented Lodge – ons meest luxueuze verblijf tijdens de reis. Deze stijlvolle lodge, met ruime tenten op houten platforms, bood een geweldig uitzicht over de savannes. Buffels graasden gewoon tussen de tenten door, wat betekende dat we na zonsondergang enkel onder begeleiding naar onze tent mochten wandelen. Bij het zwembad kwamen zelfs nieuwsgierige apen langs om verkoeling te zoeken.
Ngorongoro: een vulkaankrater vol wild
Na drie onvergetelijke dagen in de Serengeti reisden we verder richting de legendarische Ngorongoro-krater. De weg ernaartoe bracht ons verrassend hoog de bergen in – we reden letterlijk door de wolken, langs flarden mist die zorgden voor dichtbegroeide, groene heuvels.
En dan plots, alsof je een verborgen wereld binnenrijdt, opent zich de gigantische komvormige krater. De Ngorongoro is een ingestorte vulkaan met een diameter van zo’n 20 kilometer, waar een ongekend rijke concentratie van dieren leeft – van grote kuddes zebra’s en gnoes tot leeuwen en nijlpaarden. Ook flamingo's baden in en langs het sodameer.
Na de stilte en grootsheid van de Serengeti voelde ons verblijf in Tloma Lodge, aan de rand van de Ngorongoro-hooglanden, wat drukker aan. De lodge ligt in een mooie, groene omgeving en biedt uitzicht op koffieplantages en heuvels, maar ’s nachts en vroeg in de ochtend was er opvallend veel omgevingsgeluid – iets waar we even aan moesten wennen na de diepe rust van de savanne. Hoewel het verblijf comfortabel was, konden de sfeer en stilte niet tippen aan de magie van onze eerdere lodges. Ook was het wat moeilijker manoeuvreren met de rolstoel, met alle kiezeltjes.
Zanzibar; witte stranden en rust
Na zeven dagen op safari, vol stof, avontuur en onvergetelijke momenten, was het tijd voor rust. We lieten de savanne achter ons en vlogen naar het paradijselijke Zanzibar, waar turquoise water, wuivende palmbomen en eindeloze witte stranden ons opwachtten.
We logeerden in Baraza Resort & Spa – een magische plek die luxe en Oost-Afrikaanse charme perfect combineert. Met zijn sprookjesachtige architectuur, weelderige tuinen en persoonlijke service bleek dit resort de ideale plek om uit te rusten, te genieten van de Indische Oceaan en het safari-zand van ons af te spoelen. Een droomlocatie om deze prachtige reis in schoonheid af te sluiten.
